Interview met een vrijwilliger: Chris Brunner
Haarlem kan niet zonder vrijwilligers die zich inzetten voor het behoud van de natuur in en rondom de stad. Chris Brunner is een van deze mensen. Hij zet zich in voor verschillende initiatieven, waaronder de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland. Natuur in je Stad praat met hem over zijn werk, vogels en de natuur in Haarlem.
Bergen en vogels spotten
Al op jonge leeftijd kwam Chris in aanraking met de natuur, vertelt hij: “Ik ben Zwitser van oorsprong en als kind hield ik erg van de bergen met haar mooie bloemen. Veel later kwam ik, grappig genoeg via mijn vriendin, in aanraking met vogels en daar ben ik me steeds meer mee gaan bezighouden. Ik ga regelmatig vogels kijken; grote groepen bij elkaar zijn mijn favoriet. Soms ga ik speciaal voor de vogels op vakantie, zoals bijvoorbeeld naar de kust van Engeland. En elk jaar moet ik nog minstens een keer naar de bergen. Dat zit er gewoon in.”
Haarlem minst groen
De 71-jarige Chris woont inmiddels 44 jaar in Haarlem: ”Eerst in de binnenstad en daarna in de Bos en Vaartbuurt, waar ik nu nog steeds woon. In mijn werk als planologisch adviseur hield ik me met hele andere dingen bezig dan met vogels. Pas na mijn pensioen ben ik actief geworden als coördinator natuurbescherming en bestuurslid van de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland.”
Chris vervolgt: “Ons werkgebied is groot, van het Noordzeekanaal tot en met de Haarlemmermeer. Haarlem is een belangrijke plaats én de stad met het minste groen. De sterke intensivering van de landbouw heeft ervoor gezorgd dat er buiten de stad veel minder bloemetjes en beestjes zijn, behalve in de echte natuurgebieden. De stad en de stadsranden zijn daardoor veel belangrijker geworden als vluchtplaats voor de natuur. Groen en natuur in de stad moeten we daarom echt koesteren.”
Natuurinclusief bouwen en ecologisch beheer
De komende jaren worden er 10.000 woningen bijgebouwd in Haarlem. Het is hard nodig dat de natuur daar ook een plek in krijgt, volgens Chris: ”Dus niet alleen maar verharding en nette gazons, maar ook wilde bloemen en struiken, groen op de daken en gevels én nestgelegenheden voor de vogels. Natuurinclusief bouwen noemen we dat. Het hoeft niet veel extra te kosten, als je er maar vanaf het begin af aan aandacht voor hebt. Ook het bestaande groen in de stad kan veel beter worden beheerd. Met minder maaien en meer struiken als schuilplaats voor de natuur bereik je al veel.”
Daarvoor is het belangrijk dat de gemeente Haarlem eigen deskundigheid in huis heeft op het gebied van ecologie, aldus Chris. “Vanuit de vogelwerkgroep zijn we blij dat er nu eindelijk weer een stadecoloog komt. Het behoud van de biodiversiteit is net zo belangrijk als de zorg voor het klimaat. Er is niet voor niets in Nederland nu een deltaplan gekomen voor het behoud van de biodiversiteit. Haarlem zou zich hier ook bij moeten aansluiten. Laat zien dat je ermee bezig bent!”
Vogels in Haarlem
In Haarlem is het nog redelijk gesteld met de vogels, vervolgt hij: ”De huismus bijvoorbeeld gaat weer aardig goed, maar er zijn ook wijken waar vrijwel geen vogels meer zijn. Veel vogelsoorten hebben zich aangepast aan het leven in de stad. Denk aan de merels die vroeger in bosachtige gebieden woonden en inmiddels al lang de gazons in de stad hebben ontdekt. Of de gierzwaluwen die onder dakpannen en in gaten in muren broeden. Zelfs bosuilen en buizerds broeden in onze stadse parken. Maar er zijn meer vogels die hun gedrag aanpassen: denk aan de kolonie lepelaars langs de Liede, die normaal gesproken in duinachtig gebied broeden. Kortom: er zijn genoeg vogels die zich thuis voelen in een stadse omgeving. Ze hebben echter wel eten, passende plekken om te broeden en schuilgelegenheden nodig. En die behoefte is per vogelsoort weer heel verschillend. Het is eigenlijk heel simpel: geen bloemen = geen zaden en insecten = geen vogels.”
Gouden tip van Chris
Tegen alle inwoners van Haarlem zou ik willen zeggen: “Zorg voor een goede inrichting van je tuin of balkon, met verschillende bloemen en struiken. Natuurlijk moeten er speelplekken voor de kinderen zijn, maar leg je tuin niet helemaal vol met tegels en kunstgras. Creëer bijvoorbeeld een poelplek als een vijver, maak randen met bloeiende struiken, hang nestkastjes op of voer de vogels.”
De hele tuin opruimen is ook niet erg stimulerend voor de natuur, legt Chris uit: ”Tuinvogels als koolmezen, pimpelmezen en huismussen houden van hoekjes waar rommel ligt. Takjes en bladeren: kleine beestjes zijn er gek op. Ruim dus zeker niet alles op. Ook op je balkon kun je al heel wat doen voor de natuur en dat hoeft echt niet ingewikkeld te zijn. Denk bijvoorbeeld aan verschillende plantjes en nestkastjes. Als de hele stad versteend is en overal ligt kunstgras, dan blijft er geen natuur meer over. En groeien de kinderen op zonder vogelgeluiden. Dat zou toch zonde zijn.”