Plaagplanten

Plaagplanten richten veel schade aan. Bloemen, planten en dieren die van nature in een bepaald gebied voorkomen (inheemse flora en fauna), hebben veel last van plaagplanten. Spaarnelanden houdt de groei van deze lastpakken onder controle.

Wat zijn plaagplanten?

Plaag­plan­ten zijn exo­ti­sche plan­ten­soor­ten die bui­ten hun oor­spron­ke­lij­ke leef­om­ge­ving zijn gaan rond­zwer­ven. Ze ver­drin­gen vaak de oor­spron­ke­lij­ke planten en die­ren en zor­gen zo voor een afna­me van de bio­di­ver­si­teit. Som­mi­ge soor­ten ver­oor­za­ken zelfs pro­ble­men voor de volks­ge­zond­heid. Daar­om zijn in de Wet natuur­be­scher­ming regels opge­no­men over plaag­plan­ten om oor­spron­ke­lij­ke soor­ten te beschermen.

Herkennen

De ambro­sia, beren­klauw en Japan­se dui­zend­knoop zijn voor­beel­den van plaag­plan­ten die voor­ko­men in en rond­om Haarlem en Zandvoort.

Melden

Heb je een plaag­plant ont­dekt? Neem con­tact op via de gemeen­te Haarlem of gemeen­te Zandvoort.

In Neder­land komen er drie ambro­sia­soor­ten voor: alse­mam­bro­sia (Ambro­sia arte­mis­ii­fo­lia L.), zand­am­bro­sia (Ambro­sia psi­losta­chya) en drie­de­li­ge ambro­sia (Ambro­sia tri­fi­da). Ze bloei­en van eind augus­tus t/m oktober. De planten beho­ren tot de Com­po­sie­ten­fa­mi­lie en zijn oor­spron­ke­lijk afkom­stig uit Noord-Amerika.

In Neder­land komt de Ambro­sia voor­na­me­lijk voor in tuinen. Dit komt door­dat vogel­voer ver­vuild kan zijn met Ambro­si­a­za­den. Maar de plant kan ook voor­ko­men op bouw­ter­rei­nen, fabrieks­ter­rei­nen, ber­men en havens.

Bestrijden

Ambro­sia staat wereld­wijd bekend als een van de belang­rijk­ste ver­oor­za­kers van hooi­koorts. Boven­dien is Ambro­sia in ande­re Euro­pe­se lan­den, waar­on­der Duits­land, uit­ge­groeid tot een scha­de­lijk onkruid in akker­bouw­teel­ten. Dat bete­kent dat de oogst van o.a. aard­ap­pe­len- en groen­te­teel­ten slech­ter zijn dan nor­maal. Als we de plant niet bestrij­den, kan dit ook in Neder­land een gevolg zijn.

De meest effec­tie­ve manier van bestrij­den is het hand­ma­tig uit­trek­ken van de plant, dus met wor­tel en al. Dit doet Spaarnelanden in augus­tus en september, nadat we nauw­keu­rig in kaart heb­ben gebracht waar de plant veel voor­komt. Spaarnelanden bestrijdt de Ambro­sia ook door te maai­en. Dit gebeurt in juni, juli, september en oktober.

De reu­zen­be­ren­klauw (Hera­cle­um man­te­gaz­zia­num) is een één tot drie meter hoge plant uit de scherm­bloem­fa­mi­lie. Hij heeft een groot, wit bloei­scherm en komt van oor­sprong uit Zuid­west-Azië. De plant groeit voor­al op voch­ti­ge, voed­sel­rij­ke en zan­di­ge tot klei­i­ge bodems. Denk bij­voor­beeld aan ber­men, dij­ken, spoor­dij­ken, geluids­wal­len, braak­lig­gen­de ter­rei­nen, stads­plant­soe­nen, par­ken en waterkanten.

Bestrijden

Door de beren­klauw kun­nen ande­re bloemen en planten in het­zelf­de gebied niet groei­en. Boven­dien bevat het sap van de plant de stof ‘furo­cu­ma­ri­ne’. Som­mi­ge men­sen krij­gen, van de com­bi­na­tie van het sap van de Beren­klauw en zon­licht, een aller­gi­sche reac­tie: rode vlek­ken en/of bla­ren. De bla­ren ver­dwij­nen meest­al bin­nen een week.

Spaarnelanden bestrijdt beren­klau­wen hand­ma­tig door ze onder­gronds weg te ste­ken. Dit doen we in maart, april, juni, augus­tus en oktober, nadat we in kaart heb­ben gebracht waar ze veel voor­ko­men. Spaarnelanden bestrijdt beren­klau­wen ook door te maai­en. Dit gebeurt in juni, juli, september en oktober.

In Neder­land komen ver­schil­len­de soor­ten dui­zend­knoop voor, waar­van er drie wor­den aan­ge­duid als de Japan­se dui­zend­knoop: de Japan­se -, Sachal­in­se - en Boheem­se dui­zend­knoop. De dui­zend­knoop ver­dringt en over­groeit ande­re plan­ten­soor­ten. Ook moet hij vaker wor­den gemaaid. De plant kan scha­de ver­oor­za­ken aan bij­voor­beeld ver­har­din­gen, rio­le­rin­gen en fun­de­rin­gen door de enor­me groei­kracht van de wortelstokken.

Bestrijden

Spaarnelanden bestrijdt de Japan­se dui­zend­knoop door te maai­en. Dit doen we van mei t/m oktober. Som­mi­ge planten wor­den hand­ma­tig of machi­naal met wor­tel en al uit de grond getrok­ken. Ook wordt elek­tro­cu­tie toe­ge­past. Daar­bij wordt de plant aan een hoge stroom­span­ning bloot­ge­steld. Met deze metho­den kan de plant wor­den terug­ge­dron­gen. Het com­pleet ver­wij­de­ren is vaak niet moge­lijk. In som­mi­ge gemeen­ten wordt de Japan­se dui­zend­knoop met een che­misch mid­del bestre­den (Ulti­ma). In de gemeen­te Haarlem en Zandvoort is dit alleen voor par­ti­cu­lie­ren toegestaan.

Duizendknoop in de tuin

Heb je een Japan­se dui­zend­knoop in de tuin? Maai de plant dan hele­maal af, tot op de grond. Her­haal dit elke twee tot vier weken. Zo raakt de plant uit­ge­put en na tijd­je komt hij hele­maal niet meer terug. In gemeen­te Haarlem en Zandvoort is het voor par­ti­cu­lie­ren ook toe­ge­staan om het bestrij­dings­mid­del Ulti­ma te gebruiken.

Tips:

  • Ver­wij­der altijd het maai­afval van de Japan­se dui­zend­knoop. Zo kan de plant zich niet opnieuw verspreiden.
  • Bied het maai­afval (dus: de plant zelf en de aar­de erom­heen) niet aan als groen­af­val, maar als restafval. Daar­mee voor­kom je ver­de­re verspreiding.
  • Heb je veel aar­de en maai­afval? Vraag dan een hovenier om het af te voe­ren of bestel een afzet­con­tai­ner bij een par­ti­cu­lier bedrijf.
  • Aar­de mag niet naar het Milieuplein van Spaarnelanden wor­den gebracht.