Plaagdieren

Ratten, meeuwen, bijen of muizen: plaagdieren zie je liever in de natuur en niet in of rondom je huis. Heb je last van ongedierte? Spaarnelanden helpt. Bijvoorbeeld door plaagdieren kosteloos te bestrijden. Spaarnelanden draagt zorg voor de bestrijding van ratten en kakkerlakken. Voor andere plaagdieren moet je zelf een bestrijdingsbedrijf inschakelen. Deze kosten zijn voor eigen rekening. Welke plaagdieren kom je nog meer tegen en wat kun je zelf doen? Lees ook onze tips om overlast te voorkomen.

Soor­ten plaagdieren

Deze plaag­die­ren komen we in de prak­tijk veel tegen:

  • Rat­ten
  • Konij­nen
  • Kak­ker­lak­ken
  • Mui­zen en muskusratten
  • Bij­en en wespen
  • Meeu­wen en roeken

Spaarnelanden werkt, opdracht van de gemeen­te Haarlem en Zandvoort, aan een pro­fes­si­o­ne­le rat­ten­be­strij­ding. Samen met plaag­die­ren­be­strij­der Anti­cimex hel­pen we je bij overlast.

Rat­ten

Rat­ten zijn er in aller­lei soor­ten en maten. Brui­ne rat­ten komen het meest voor in Neder­land. Hoe her­ken je de brui­ne rat?

  • Zijn vacht is grijs/bruin en hij heeft een lich­te­re buik.
  • Vol­was­sen rat­ten heb­ben een lichaams­leng­te van 22 tot 30 cm.
  • Ze zijn voor­al ‘s nachts actief.
  • Het zijn alles­eters. Gra­nen, knol­ge­was­sen, groen­ten, fruit, maar ook vlees, vis en vet­ti­ge pro­duc­ten lus­ten ze graag.
  • Spoor­zoe­ken? De brui­ne rat her­ken je aan de uit­werp­se­len. Deze zijn donderbruin/grijs van kleur, heb­ben een stom­pe vorm en zijn onge­veer 2 cm groot (worst­vor­mig).

Schade

Brui­ne rat­ten ver­oor­za­ken veel scha­de. Als dra­gers van ver­schil­len­de ziek­tes vor­men ze een bedrei­ging voor onze gezond­heid. Ook is bekend dat rat­ten vee­ziek­ten kun­nen ver­sprei­den, denk bij­voor­beeld aan var­kens- en vogel­pest. Voed­sel vin­den ze voor­al bij men­sen thuis. Daar laten ze hun uri­ne en uit­werp­se­len ach­ter in de voed­sel­voor­ra­den. Ze ver­oor­za­ken niet alleen knaag­scha­de aan ver­pak­kings­ma­te­ri­a­len, lei­din­gen, kabels en iso­la­tie­ma­te­ri­a­len, door hun graaf­par­tij­en kun­nen ze zelfs ver­zak­kin­gen aan je huis veroorzaken.

Preventie

Hoe voor­kom je rattenoverlast?

  • Voer afval altijd net­jes af.
  • Sluit etens­wa­ren goed af.
  • Zorg ervoor dat je huis en het riool goed onder­hou­den zijn.
  • Gebre­ken of pro­ble­men met het riool (bin­nen de erf­grens) val­len onder jouw verantwoordelijkheid.
Heb je last van ratten?

Maak een melding via Spaarnelanden: info@spaarnelanden.nl of bel 023 - 751 72 00 (op werk­da­gen van 08:00 tot 16:30 uur). Spaarnelanden zet je melding door naar Anti­cimex en zij nemen con­tact op om een afspraak te maken.

  • Anti­cimex kijkt waar de oor­zaak van de over­last ligt en maakt een behandelplan.
  • Je krijgt voor de bestrij­ding maxi­maal drie behan­de­lin­gen door de gemeen­te vergoed.
  • Het is jouw ver­ant­woor­de­lijk­heid om pre­ven­tie­ve maat­re­ge­len te treffen.
  • Is je laat­ste melding kor­ter dan zes maan­den gele­den? Neem dan direct con­tact op met Anti­cimex: 088 - 548 66 60 (op werk­da­gen van 08:00 tot 17:00 uur). De kos­ten zijn nu voor eigen rekening.

Let op: boven­staan­de geldt alleen voor par­ti­cu­lie­ren. Bedrij­ven rege­len zelf een onge­dier­te­be­strij­der bij overlast.

Konij­nen komen veel voor in Neder­land, ook rond­om de Rand­stad. Je vindt ze in de vrije natuur waar ze in gro­te groe­pen samen­le­ven. Konij­nen leven in duin- en hei­den­ge­bie­den en wei­lan­den, maar je komt ze ook tegen in taluds, dijk­li­cha­men, begraaf­plaat­sen en parken.

  • Een wild konijn her­ken je aan zijn grijs­brui­ne vacht en lich­te­re buik.
  • De onder­kant van de staart is wit.
  • Konij­nen zijn onge­veer 35 cen­ti­me­ter lang.
  • Ze zijn vege­ta­risch en eten alleen plant­aar­dig voed­sel. Denk aan weeg­bree, knol­len, krui­den, loten en akkergewassen.
  • Konij­nen zijn sche­mer­die­ren. Dit bete­kent dat je ze voor­al in de vroe­ge och­tend en avond ziet. Ze spe­len, zoe­ken naar voed­sel en ren­nen dan vro­lijk in het rond.

Schade

Konij­nen zet­ten graag hun ter­ri­to­ri­um af. Dit doen ze met keu­tels en uri­ne. In dit leef­ge­bied bou­wen ze ver­vol­gens aan een uit­ge­breid holen- en gan­gen­stel­sels, vaak met meer­de­re uit­gan­gen. Maar met hun enthou­si­as­te gegraaf ver­oor­za­ken ze ern­sti­ge over­last. Denk bij­voor­beeld aan ver­zak­kin­gen, ver­zwak­kin­gen van taluds en dijk­li­cha­men en gan­gen­stel­sels op begraaf­plaat­sen. Ook boe­ren heb­ben last van konij­nen, die graag hun tan­den in gewas­sen zet­ten die bestemd zijn voor men­se­lij­ke con­sump­tie of veevoer.

Konij­nen kun­nen ook ern­sti­ge ziek­ten met zich mee­dra­gen: RHD en myxo­ma­to­se. Daar­om is de gro­te popu­la­tie die in Neder­land leef­de inmid­dels teruggebracht.

Preventie

Bij over­last van konij­nen is het moge­lijk om fret­ten in te zet­ten. Dit noe­men we fret­te­ren. Een jager laat een fret los die de konij­nen uit de holen en gan­gen­stel­sels jaagt. Bui­ten van­gen de jagers de konij­nen door vang­kooi­en te plaat­sen. Je hebt hier­voor een ver­gun­ning nodig. Als konij­nen veel scha­de aan­rich­ten, wordt er soms ook voor geko­zen om ze neer te schie­ten. Hier is een ver­gun­ning en jacht­ak­te voor nodig.

Spaarnelanden werkt, opdracht van de gemeen­te Haarlem en Zandvoort, aan een pro­fes­si­o­ne­le kak­ker­lak­ken­be­strij­ding. Samen met plaag­die­ren­be­strij­der Anti­cimex hel­pen we je bij overlast.

Kak­ker­lak­ken

De Duit­se kak­ker­lak komt het meest voor in Neder­land. Kak­ker­lak­ken zijn, net als alle ande­re insec­ten, erg gevoe­lig voor tem­pe­ra­tuur en luchtvochtigheid.

  • Gemid­deld leeft een kak­ker­lak maar zes maanden.
  • Ze zijn licht­schuw en hou­den dus niet van zonlicht.
  • Ze eten bij voor­keur zoet, vocht­rijk en kool­hy­draat­rijk voed­sel zoals levens­mid­de­len, dode die­ren, uit­schei­din­gen mens en dier en afvalstoffen.
  • Kak­ker­lak­ken kun­nen 10 - 40 dagen zonder eten leven, maar ze kun­nen niet zonder vocht.
  • Lage tem­pe­ra­tu­ren zijn dode­lijk voor kakkerlakken.

Schade

Kak­ker­lak­ken vind je vaak op don­ke­re, war­me en voch­ti­ge plaat­sen. Bij­voor­beeld in de keu­ken ach­ter en onder keu­ken­kast­jes, onder de koel­kast, bij aqua­ria, in lei­ding­ko­kers en in put­jes, kie­ren en naden. Duit­se kak­ker­lak­ken rich­ten veel scha­de aan. Ook dra­gen ze bac­te­ri­ën bij zich, waar­mee ze voe­dings­mid­de­len ver­vui­len. Een gro­te groep kak­ker­lak­ken kun je rui­ken, ze ver­sprei­den een vie­ze geur.

Preventie

Hoe voor­kom je over­last door kakkerlakken?

  • Zorg voor een schoon huis en hygiëne.
  • Zorg voor goe­de ventilatie.
  • Dicht kie­ren en naden in huis.
Heb je last van kakkerlakken?

Maak een melding via Spaarnelanden: info@spaarnelanden.nl of bel 023 - 751 72 00 (op werk­da­gen van 08:00 tot 16:30 uur). Spaarnelanden zet je melding door naar Anti­cimex en zij nemen con­tact op om een afspraak te maken.

  • Anti­cimex kijkt waar de oor­zaak van de over­last ligt en maakt een behandelplan.
  • Je krijgt voor de bestrij­ding maxi­maal drie behan­de­lin­gen door de gemeen­te vergoed.
  • Het is jouw ver­ant­woor­de­lijk­heid om pre­ven­tie­ve maat­re­ge­len te treffen.
  • Is je laat­ste melding kor­ter dan zes maan­den gele­den? Neem dan direct con­tact op met Anti­cimex: 088 - 548 66 60 (op werk­da­gen van 08:00 tot 17:00 uur). De kos­ten zijn nu voor eigen rekening.

Let op: boven­staan­de geldt alleen voor par­ti­cu­lie­ren. Bedrij­ven rege­len zelf een onge­dier­te­be­strij­der bij overlast.

Mui­zen

Huis- en spits­mui­zen zijn vaak in en bij hui­zen en gebou­wen te vin­den. Huis­mui­zen zijn knaag­die­ren, maar spits­mui­zen eigen­lijk niet. Maar ze kun­nen wel flink kna­gen. Van spits­mui­zen heb je veel min­der last dan van huis­mui­zen, omdat ze veel kies­keu­ri­ger zijn in wat ze eten. Ze ver­oor­za­ken voor­al lawaai boven pla­fonds en stank door het ach­ter­la­ten van uri­ne en uitwerpselen.

Meest­al zijn er dus huis­mui­zen actief bij over­last. Hoe her­ken je ze?

  • Huis­mui­zen zijn licht­bruin tot don­ker­grijs van kleur.
  • Huis­mui­zen heb­ben een slan­ke bouw en gro­te oren en kraalogen.
  • Vol­was­sen huis­mui­zen zijn 7 tot 10 cm lang.
  • Huis­mui­zen laten over­al spo­ren ach­ter: klei­ne, zwar­te uit­werp­se­len van 3-8 mm lang en 1-3 mm dik.
  • Ook kun je knaag­spo­ren vinden.

Schade

De mees­te scha­de aan gebou­wen wordt ver­oor­zaakt door huis­mui­zen. Ook ver­sprei­den ze ziek­te­kie­men, waar­mee ze voed­sel­ver­gif­ti­ging ver­oor­za­ken. Huis­mui­zen bevui­len voed­sel­voor­ra­den en ver­oor­za­ken knaag­scha­de aan o.a. iso­la­tie­ma­te­ri­a­len, lei­din­gen, kabels en ver­pak­te levens­mid­de­len. Ze zijn voor­al ’s nachts actief. Huis­mui­zen hou­den van schui­len. In wonin­gen vind je ze bij­voor­beeld in spouw­mu­ren, zol­ders, onder vloe­ren, boven pla­fonds en in- en ach­ter opge­sla­gen mate­ri­a­len en goederen.

Preventie

Bestrij­dings­mid­de­len zijn niet de oplos­sing. Hoe voor­kom je over­last door muizen?

  • Het dich­ten van gaten en kie­ren in muren, bij deu­ren en ramen. De afdich­ting moet goed zijn: bij­voor­beeld metaal, beton of spe­ci­a­le kit (muis­stop).
  • Ruim rom­mel­hoe­ken in huis/schuur/berging/garage zoveel moge­lijk op.
  • Beperk het aan­bod aan voed­sel en sluit bus­sen, bak­ken of kas­ten goed af.
  • Let op bij het voe­ren van vogels! Zaden en brood die op de grond val­len zijn een lek­ker hap­je voor huismuizen.
  • Ook het uit­schud­den van tafel­kle­den met brood­krui­mels is af te raden.

Het bestrij­den van huis­mui­zen met ver­gif brengt risico’s met zich mee. Laat effec­tie­ve, meet­ba­re en mili­eu­be­wus­te bestrij­ding dan ook altijd over aan pro­fes­si­o­nals als Anticimex.

Mus­kus­rat­ten

Om de vei­lig­heid van het water­sys­teem en de dij­ken te waar­bor­gen, wor­den ook mus­kus- en bever­rat­ten actief bestre­den. Heb je een mus­kus-of bever­rat gezien? Meld dit dan via muskusrattenbeheer.nl. Bel 030 - 634 57 56 of mail naar: meldingen@muskusrattenbeheer.nl.

Bij­en en wes­pen komen in heel Neder­land voor. Ze leven in gro­te vol­ken. Bij­en en wes­pen zijn hele nut­ti­ge die­ren, maar kun­nen -als je bij­voor­beeld een nest in huis hebt- voor veel over­last zorgen.

  • Bij­en her­ken je aan hun brui­ne kleur, in tegen­stel­ling tot de wesp die zwart/geel gekleurd is.
  • De werk­sters van de bij­en zijn onge­veer 1,2 cen­ti­me­ter lang.
  • De man­ne­tjes (dar­ren) onge­veer 1,5 cen­ti­me­ter en de konin­gin is het grootst met haar 1,8 centimeter.
  • Ze leven in vol­ken samen in een nest.
  • De hele zomer zie je bij­en rondvliegen.

Wes­pen leven ook in vol­ken met een konin­gin. Zo’n volk kan wel uit 5000 wes­pen bestaan. Ze zijn voor­al in de zomer actief. Hoe hoger de tem­pe­ra­tuur, hoe actie­ver de wes­pen zijn. De gewo­ne wesp komt het meest voor in Nederland.

Schade

Bij­en eten voor­al stuif­meel en nec­tar van bloemen. Hier­mee voe­den ze hun lar­ven. Op zich doen ze nie­mand kwaad. Eigen­lijk zorgt een zwerm bij­en alleen voor over­last als ze op een ongun­sti­ge plek gaan zit­ten, bij­voor­beeld op bomen en schoorstenen.

Als een wes­pen­volk besluit haar nest in jouw direc­te omge­ving te bou­wen, dan zorgt dat voor flink wat over­last. Wes­pen bou­wen graag nes­ten op plek­ken waar lek­ker voed­sel te vin­den is, denk bij­voor­beeld aan bak­ke­rij­en, fruit­be­waar­plaat­sen, boom­gaar­den of bij open vuil­con­tai­ners en pick­nick­plaat­sen. Maar soms ook gewoon in een woon­huis. Wes­pen kun­nen gemeen ste­ken als ze zich bedreigd voelen.

Preventie

Bij­en zijn nut­ti­ge die­ren. Ze wer­ken mee aan de bestui­ving van planten en cul­tuur­ge­was­sen en zame­len honing voor ons in. Kom je een rond­zwer­ven­de groep bij­en tegen? Scha­kel dan een imker in (link?), hij of zij kan het volk op een vei­li­ge manier ver­plaat­sen. Even­tu­e­le bestrij­ding mag alleen gedaan wor­den door gedi­plo­meer­de pro­fes­si­o­nals met een vakbekwaamheidsbewijs.

Wes­pen maken zich ook heel nut­tig. Wist je bij­voor­beeld dat ze veel insec­ten van­gen? Denk aan vlie­gen en mug­gen. Ook hel­pen ze, net als bij­en, mee aan de bestui­ving van bloemen. Ondanks hun har­de werk, heb je natuur­lijk lie­ver geen wes­pen in je huis.

Wat kun je zelf doen?

  • Plaats hor­ren voor open ramen en deuren.
  • Plaats fijn­ma­zig gaas voor ventilatieopeningen.
  • Zorg ervoor dat vuil­con­tai­ners, afval­em­mers etc. geslo­ten zijn.
  • Ruim etens­wa­ren op en houd de omge­ving schoon.

Ook voor de wesp geldt dat even­tu­e­le bestrij­ding alleen mag wor­den gedaan door gedi­plo­meer­de pro­fes­si­o­nals met een vakbekwaamheidsbewijs.

Meeu­wen en roe­ken zijn flin­ke over­last­ver­oor­za­kers. Hoe her­ken je ze en hoe zorg je ervoor dat je zo min moge­lijk last hebt van deze herrieschoppers?

  • De mid­del­gro­te meeuw is van natu­re een kustvogel.
  • Je her­kent ze aan hun wit­te of grij­ze kleur met zwar­te teke­nin­gen en het schril­le geluid dat ze maken.
  • Door de jaren heen is de meeuw steeds ver­der de ste­de­lij­ke gebie­den ingetrokken.
  • Meeu­wen vin­den hun voed­sel niet alleen op het strand, maar ook in par­ken, op mark­ten, kin­der­boer­de­rij­en en pleinen.
  • Met hun ster­ke sna­vels scheu­ren ze alle ver­pak­kin­gen en afval­zak­ken met gemak open.

De roek is onge­veer net zo groot als de zwar­te kraai. Hij leeft meest­al in gro­te groe­pen. Je her­kent hem aan zijn wag­ge­len­de loop. Roe­ken zijn onge­veer 46 cen­ti­me­ter groot en val­len op door de wit­te vlek bij hun kale sna­vel­ba­sis. De veren zijn glan­zend en zwart.

Schade

De meeuw leeft in groe­pen. Samen bou­wen ze nes­ten en ver­oor­za­ken ze veel over­last in en rond­om de stad. Ze jagen op eten, trek­ken vuil­nis­zak­ken open en zijn voor­al enor­me lawaaimakers.

Ook roe­ken zijn luid­ruch­ti­ge gas­ten. Ze leven rond­om hoge gebou­wen, in de bos­jes of langs bos­ran­den. Roe­ken broe­den in kolo­nies en in de win­ter zoe­ken ze geza­men­lijk naar voed­sel. Ook zij ver­oor­za­ken veel over­last met hun geluid.

Preventie

Meeu­wen zijn bescherm­de vogels. Ze mogen dus niet vrij bestre­den wor­den. Spaarnelanden pro­beert meeu­wen zoveel moge­lijk bui­ten de deur te hou­den door de stad schoon te hou­den en regel­ma­tig afval op te halen.

  • Zelf mag je bij­voor­beeld wering of een vogel­ver­schrik­ker op het dak plaatsen.
  • Heb je veel over­last van meeu­wen? Neem dan con­tact op met de gemeen­te en bespreek de situatie.

Ook de roek is een wet­te­lijk bescherm­de vogel. Je mag ze dus niet neer­schie­ten, van­gen of eie­ren uit de nes­ten te halen. Wat kun je wel doen om over­last te beperken?

  • Spo­ren van roe­ken zijn vaak te vin­den in gazons en gras­vel­den; daar zoe­ken ze naar insec­ten­lar­ven. Zorg ervoor dat de vogels niet rus­tig hun gang kun­nen gaan.
  • Har­de kre­ten en gelui­den laten horen, is een manier om een zwerm roe­ken weg te jagen.
  • Ook kunst­stof rek­ken plaat­sen kan hel­pen de roe­ken te verdrijven.